Het fort van Fenestrelle – La fortezza di Fenestrelle
In 1990 is
een groep vrijwilligers, bestaande uit studenten en bewoners van de streek,
begonnen dit fort te restaureren. Omdat het vrijwilligerswerk was, vorderde het
werk langzaam maar gestaag. Als eerste werden de Scala Reale en de Scale
Coperta hersteld en de wandelpaden weer bruikbaar gemaakt. Doel van deze
restauratie was het fort open te stellen voor bezoek onder leiding van een
gids. Alle inkomsten uit rondleidingen worden weer in dit project gestoken.
Hiermee wordt de voortdurende restauratie gefinancierd, zodat steeds meer delen
weer veilig bezocht kunnen worden. In 1995 werd het eerste deel van het nieuwe
Fenestrelle geopend voor het publiek.
Er worden drie
verschillende rondleidingen aangeboden. Voor alle drie moet je van tevoren
telefonisch reserveren en voor de drie en zeven uur durende wandeling goede
wandelschoenen aantrekken. De langste rondleiding is van 9.00 uur tot 16.00 uur.
Water en lunch dien je zelf mee te nemen. Tijdens deze rondtocht bezoek je het
grootste deel van het fort, inclusief de overdekte en de open trap. De open
trap gaat tot een hoogte van 1800 m. Toen wij deze rondleiding maakten was deze
trap nog niet helemaal gerestaureerd. Boven heb je een prachtig uitzicht over
de bergen aan deze kant van Turijn. Wat korter en iets minder vermoeiend is de
drie uur durende rondleiding door de gebouwen en overdekte trap. Ook is er een
rondleiding van 1 uur, maar dan zie je maar heel weinig. De rondleidingen zijn
in het Italiaans en worden gegeven door heel enthousiaste vrijwilligers, die
graag heel veel willen vertellen in een heel rap tempo. In het Italiaans.
Prettig is ook
dat er zelfs hoogzomer hier zo weinig andere toeristen komen. Bijzonder is ook,
dat het fort nooit als zodanig is gebruikt. Feitelijk is het voor niets
gebouwd. Gelukkig dat al die soldaten en andere bouwvakkers, die aan dit
complex soms onder barre omstandigheden hebben gewerkt, dat niet weten.
Andere
uitstapjes, die met een bezoek aan het fort van Fenestrelle te combineren zijn:
- - het dorpje
Balboutet, bekend om de zonnewijzers geschilderd op de muren van de huizen. Er
is een rondleiding langs 20 ‘quadranti solari’. In Pourrières is een kerkje uit
de 17de eeuw dat in opdracht van Lodewijk XIV zou zijn gebouwd.
- - Chambons
heeft een kleine kapel uit 1682 dat in 1959 geheel gerestaureerd is.
- - Fenestrelle
heeft een kerk uit 1688, die ook in opdracht van Lodewijk XIV is gebouwd in
barokke stijl. Doel van deze kerk-bouwzucht was het katholicisme op de Valdesi
over te brengen.
- - Laux is een
oud gehucht horende bij Usseaux en ligt op een kleine hoogvlakte tegen de
hellingen van de indrukwekkende Rocca
- - Usseaux is
het belangrijkste dorp op een zonnige plaats van de uitlopers van het
bergencomplex van het nationale park Orsiera. Bijzonder hier zijn de
muurschilderingen, waarvan enkelen van de Torinese schilder Piero Figus, die de
muren in de steegjes van het dorp sieren. Het dorp heeft ook een nog werkende
molen en een kerk uit de tijd van de zonnekoning, Lodewijk XIV.
Te bezoeken
van september tot juni op ma – do – vr – za zo van 9-18.00 uur
Juli en
augustus alle dagen op dezelfde tijden
Adres: Via
del Forte, 10060 Fenestrelle (TO)
Tel.
012183600
Reserveren
voor bezoek verplicht per telefoon, niet per e-mail.
Meerdere
tochten mogelijk: 1 uur, 3 uren of 7 uren.
********
Een tocht van brug tot brug
Anders is
het met de middeleeuwse
bruggen. Hoewel een knap staaltje middeleeuws ingenieurswerk,
liggen ze onopvallend in het landschap en doen braaf hun werk: gelegenheid
geven tot een makkelijke overtocht. Al sinds ergens in de 15de eeuw
zorgen ze ervoor dat handelsreizigers met hun ezeltjes en kostbare waar van zuid
naar noord of andersom konden reizen. En nu, zoveel eeuwen later, zijn ze nog
steeds dienstbaar aan een ieder die door de streek trekt. Nu niet per paard,
ezel of te voet, maar vaker per auto en soms ook op de fiets.
Zover ik tot
nu toe weet, zijn er in de Langhe nog drie bruggen die aan deze beschrijving
voldoen. Kijkend op een landkaart valt op dat ze in een rechte lijn ten
opzichte van elkaar liggen. Globaal tussen de plaatsen Carcare in het zuiden
(vlakbij de snelweg A6) en Canelli in het noorden. De bruggen liggen in
Monastero Bórmida, nabij Spigno Monferrato en in Cáiro Montenotte, waarbij de
laatste net niet meer in Piemonte maar in de regio Ligurië ligt. Het is goed
mogelijk dat deze drie bruggen op rij de handelaren eens hielpen op hun zwaar beladen
en vaak niet ongevaarlijke reis. Het is bijzonder te zien hoe deze bruggen
zoveel eeuwen later zo heel gewoon de ene zijde van de rivier verbinden met de
andere zijde. Al in de 15de eeuw woonden hier blijkbaar vaklui, die
in staat waren een dermate solide brug te bouwen, dat wij er nu nog met onze twintigste
eeuwse vervoermiddelen overheen kunnen rijden.
Via kleine
(op de kaart als wit aangegeven) weggetjes, langs oude en verlaten ‘rustico’s’
(oude stenen gebouwen) en andere verrassingen, was ons eerste doel Monastero Bórmida. Een dorpje met een
groot kasteel gelegen aan de rivier Bórmida. En inderdaad over die rivier ligt
aan de voet van het kasteel de eerste van de twee die dag te bezoeken bruggen.
De ‘vie del sale’
zijn oude wandelpaden en trajecten die vanaf de oudheid werden gebruikt door de
handelaren in zout. Er is niet één unieke ‘via del sale’. De diverse
bevolkingsgroepen in Emilia, Lombardije en Piemonte hadden ieder hun eigen
netwerken van wandelpaden en knooppunten om hun handelswaar, voornamelijk wol
en wapens, naar de zee en zout op de weg terug te vervoeren. Zout was een
gewild product, omdat het levensmiddelen langer houdbaar maakte. Voor de
productie van kaas en worst was zout nodig. Vlees werd erin geconserveerd, net
als vis en zelfs olijven. Maar ook bij het leer looien en het verven werd zout
gebruikt. De goederen werden veelal op de rug van ezels vervoerd. Vervoer met
karren was niet mogelijk. De wegen waren smal, vaak steil en gingen door
onherbergzame gebieden.
De brug in
Monastero Bórmida raakte in 1994 is ernstig beschadigd door de grote
overstromingen van dat jaar, maar daarna gelukkig volledig hersteld. De brug
heeft vier ruime bogen en een halfrond kapelletje midden op de brug. In dit
kapelletje stond ooit de wacht en werd de tol geïnd. De brug steunt op mooie
recht gemetselde pilaren met aan de buitenzijden een driehoekig steunbeer,
zodat het water dat erlangs stroomt zo min mogelijk weerstand ondervindt. De
brug is gebouwd van de lokale steen, pietra delle Langhe.
De ‘ponte medievale
di San Rocco’ is iets langer dan de burg in Monastero Bórmida en heeft
vijf arcade bogen. De twee tegenover elkaar gelegen kapelletjes staan op het hoogste
punt van de brug. De ene kapel is halfrond, de andere heeft een vlakke
achterkant. In deze kapelletjes werd vroeger het tolgeld geïnd. Het combineren
van religieuze met commerciële taken was voor de monniken toen geen enkel probleem.
Deze brug heeft ook nog een tweede ‘uitbouw’ zonder opbouw bovenop de ernaast
gelegen pilaren. De brug ligt er verlaten bij en lijkt nu van nergens naar
nergens te gaan. Net als bij de brug van Monastero Bórmida kan je met de auto
over de brug rijden. Alleen is de brug bij Spigno een stuk smaller; het ging
net!
Tegenwoordig hebben de ‘vie del sale’ hun oorspronkelijke
commerciële functie verloren. Dat wil niet zeggen dat ze niet meer worden
gebruikt. De paden leiden nu wandelaars en ruiters te paard door mooie en
verstilde gebieden met indrukwekkende uitzichten en een prachtige natuur. Nederlandse
reisorganisaties als SNP en Tirol Outdoor Experience, maar ook lokale organisaties
als Terre Alte en het bureau voor toerisme organiseren er dag of meerdaagse
tochten te voet, paard of met een ezel.
Het kasteel van Monastero Bórmida is eigendom van de gemeente en in 2013 op de
volgende dagen te bezoeken: 16 en 23 juni, 7 en 21 juli, 18 augustus, 1 en 22
september, 6 oktober van 15.00-18.00 uur. Zie: www.castelliaperti.it/pagine/ita/scheda.lasso?-id=71
De gemeente van Spigno Monferrato heeft een aantal wandeltochten uitgezet, waarvan
één via de bewuste brug. Zie voor het kaartje: www.spignomonferrato.com/Fuoriclasse/percorsiverdi/percorsi_verdi.htm
**********

In mijn boek
‘Genieten in Piemonte’ vermeld ik dit kerkje al kort in een kader op bladzijde
110. Daarmee deed ik dit kerkje te kort, aangezien het meer is dan één van die
vele plattelands kerkjes. Echter, in een boek moet je keuzes maken en de
uitgever mopperde al over de (te) grote hoeveelheid tekst. Hierdoor werden de
foto’s al kleiner dan hij graag wilde. En deze kerk vraagt om foto’s.


Het kerkje
is waarschijnlijk in de 11de - 12de eeuw gebouwd op of
bij een begraafplaats waar de relieken van de heilige San Fiorenzo werden
vereerd. San Fiorenzo was een lokale martelaar, die als soldaat in de 3de
eeuw ontsnapt zou zijn aan het bloedbad van Agaunum, het huidige Saint Maurice
in de Zwitserse Alpen. In deze Monregalese vallei zou hij de lokale bevolking hebben
proberen te kerstenen.
De kerk lag
aan één van de belangrijkste ‘vie del
sale’; wegen waarlangs handelaren het toen kostbare en zeldzame zout op
ezels van de Ligurische kust naar het achterland van Piemonte vervoerden. Het
gebouw werd aanvankelijk gebruikt als rust- en schuilplaats door landarbeiders
en pelgrims. De fresco bij de ingang met de afbeelding van San Cristoforo nodigt
nog steeds wandelaars uit hier even uit te rusten.
Rond 1400
was Bastia Mondovì een zelfstandig
en autonoom stadje. Het huis Saubado
(Savoye) vestigde hier in 1414 zijn eerste zetel in de Langhe. Nu is hier,
kijkend naar dit kleine slaperig plaatsje, weinig meer van te merken. Behalve
dan binnen in de kerk. Wie de opdracht gaf tot het maken van de fresco’s is
niet zeker. Mogelijk is de familie Savoye ermee begonnen. In 1449 verkocht de
hertog Ludovico di Savoia Acaia het leengoed aan Giacomo della Torre. De
rijkdom van deze familie, zowel in economische zin als hun intense christelijke
geloof, heeft zeker bijgedragen tot de verdere verfraaiing van het interieur
van de kerk. Zij vergrootten de kapel tot een kerkje op een wijze die wij nu
nog kunnen aanschouwen. De structuur van het kerkje is eenvoudig: een rechthoek
met een houten zadeldak. De buitenkant verraadt op geen enkele manier wat je
binnen staat te wachten: 326 m2 aan
fresco’s van de hand van de beste lokale kunstenaars uit de 15de
eeuw. Iedere bezoeker slaat het met verbazing en bewondering gade.

Eén fresco is gedateerd, 1472. Het laat het verhaal van de heilige Antonio Abate zien. In dit vlak staat ook een naam: Facius Turrinus, ofwel Bonifacio della Torre. Vanuit stilistisch oogpunt bekeken heeft het schip fresco’s die te dateren zijn in de jaren 40 en 50 van het Quattrocento. De fresco’s in het presbyterium zijn zeer waarschijnlijk ouder dan die op de muren van het schip, hebben een duidelijke eenheid van stijl en de gebruikte materialen zijn duidelijk kostbaarder. Dit is een indicatie dat de fresco’s in het presbyterium mogelijk een veel rijkere opdrachtgever hebben gehad. Alleen al het gebruik van lapis lazuli voor het gewelf en bladgoud voor de stralenkransen duidt hierop. Bedenk daarbij dat in het fresco ‘Giudizio Universale’ het vaandel van de Savoye staat.
De
polychrome wanden tonen een eenvoudige kunst, kleding van goud, beelden rijk
aan mystiek en diepe vroomheid, maar ook van gewone mensen in hun dagelijkse
doen in die tijd. Het is een bijbel van en voor de armen; uit een tijd dat de
meeste mensen nog niet konden lezen. Een ‘Bibbia dei poveri’ ofwel ‘Biblia pauperum’ , dat via de verhalen
van de heiligen, het leven en lijden van Christus, het paradijs en de hel
werkte als een catechisatie: het onderrichten , onderwijzen en troosten, bemoedigen
en verlichten van de arme en eenvoudige mensen van het omringende platteland. En
niet alleen hen. Ook ik en met mij vele andere hedendaagse bezoekers raken
betoverd bij het aanschouwen.

De boodschap
die de gelovige in zich moest opnemen, is weergegeven op de onderkant van de
muur met kantelen. Het betreft de ware ‘hortus conclusus’, het Paradijs: een
reeks schilderingen van de zeven ‘Opere di Misericordia’ , de zeven werken van
barmhartigheid, die met een beeldende vrijheid zijn neergezet.
Bij het
nader bestuderen van de schilderingen valt op dat het lijkt alsof het door één hand is geschilderd, maar toch ook
weer niet. Mogelijk zijn de schilderingen door een werkplaats van schilders
onder leiding van één meester gemaakt. Het werken met meerdere handen tegelijk
maakte dat er sneller kon worden gewerkt, wat praktisch is bij de fresco
techniek. De schrijver Alberto Tosa beschrijft in zijn artikel over deze
fresco’s zijn zoektocht naar de naam van mogelijke schilders en vergelijkt de
fresco’s met fresco’s uit andere kerken in de omgeving.(zie: www.turindamsreview.unito.it)
Kortom, meer
dan een bezoekje waard.
Van 1 april tot 27 oktober 2013 open op
zondag en feestdagen van 15.00-19.00 uur.